11.10.10

Wortelsysyteem.

















Bomen bezitten een uitgestrekt wortelsysteem. De wortels zijn nodig om de boom houvast te geven en water en andere essentiële elementen uit de bodem te ontrekken. De meeste boomwortels groeien ondiep en zelden meer dan een meter onder de grond. Uiteraard zijn er uitzonderingen op de regel. Dennen (Pinus) bijvoorbeeld hebben een penwortel die vanuit de stamvoet recht de grond ingaat. Bij de grove den (Pinus sylvestris) kan die tot 15 meter diep gaan. Gelijkaardige aanpassingen hebben soorten die op droge, rotsige bodems groeien.
De wortels zoeken hun weg over een grote oppervlakte. Indien alle (haar)wortels, die over een bosoppervlakte van 1 ha in de eerste 70 cm van de bodemlaag aanwezig zijn, aan elkaar worden geknoopt, omvatten ze een afstand van 31000 km of ongeveer ¾ van de omtrek van de aarde. De hoofdwortels zijn erg sterk en vaak scherp als een speer. Ze zijn bij machte door verharding te dringen of ze naar omhoog te duwen. Wandelaars ervaren dit maar al te vaak door erover te struikelen.

Geen opmerkingen: