Ronde van Zwitserland, de zesde rit van Fiesch naar La Punt, een rit over 210 km met een slotklim van 30 kilometer lengte. Toen ik hier deze namiddag naar zat te kijken was het nu juist die slotklim die me mijn gedachten deden afdwalen.
Het moet ergens begin de jaren 90 zijn geweest, een eiland, de blauwe zee en zonnig weer, juist ja, het was op Tenerife. Vermits wij geen van beiden de behoefte hebben om ons als biefstukken te laten bakken (of verbranden) is het strand niet zo ons ding, als je met het vliegtuig enkele duizenden kilometers verder beland dan zou het dom zijn om je tijd te verspillen aan bakken en braden, dat doe je beter in de keuken en is ook minder pijnlijk achteraf.
Het plaatselijke verkennen en er van genieten daar kan je ons wel mee verblijden, zowel als het is van natuur, een landschap, een mooi gebouw, een museum meepikken of zeker de plaatselijke culinaire geneugten uittesten, ja, dat is ons ding, zeker weten.
Zo viel het ons op vanuit de haven van Los Christianos dat daar, alsof het tegen de berg geplakt was, een klein dorpje lag waarvan ons evenwel de naam onbekend was. We waren nog een pak jonger dan nu, we hadden de hele dag tijd en vooral, we waren nieuwsgierig naar dat witte vlekje dat daar op die flank lag, wat zou daar nu te zien zijn dat er ergens anders niet was. Het was zo van, aan de andere kant is het gras groener. Zo ver kon het dan toch ook niet zijn en weg waren wij.
En toen ging het bergop, bergop en bergop. Het was alsof die witte stip op die flank het in zijn brein had gehaald om evengoed op stap te gaan, we hadden gedacht dat het daar wel wat koeler zou zijn maar dat was effe anders, gelukkig dat er bergriviertjes bestaan, je kan er van drinken, je verfrissen en ook je voeten er in afkoelen.
Uren en uren later zijn we in dat nest aangekomen, de naam was San Miguel, juist ja de naam van dat bier, het eerste beeld dat op ons netvlies kwam was een gebouwtje met boven de deur drie letters die ieder uitgedroogd toerist herkend, eender in welke taal het er staat, en dat is BAR. De woorden "mucha agua y mucha cerveza" deden daar wonderen, ook de tapa’s konden ons bekoren want ze waren fantastisch van smaak en groot van portie.
Na de nodige dranken en spijzen te hebben genuttigd drong het stilaan tot ons door dat het reeds naar de vooravond ging, de weg lang was en wij moe waren. Na een beetje uitleggen met handen en voeten zijn we er in gelukt te vernemen hoe we met het openbaar vervoer terug naar ons hotel konden komen en het is ons nog gelukt ook.
Het gevolg is , dat ieder keer we over een lange beklimming horen spreken, onze gedachte automatisch naar die krankzinnige maar mooie dag teruggaan.
Voor diegenen die het willen proberen, het is 25 kilometer bergop, onderweg kom je niets of niemand tegen en ……… in dat dorp is er niets te zien, maar de natuur onderweg is uniek.
2 opmerkingen:
Tenerife is nog steeds een van mijn favoriete plekken. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit in San Miguel zou geweest zijn, want dat is aan de zuidkant van het eiland, terwijl ik me altijd aan de noordkant ophoud (Puerto de la Cruz).
Volgens mij behoort het Parque Nacional Cañadas del Teide tot het mooiste wat de wereld te bieden heeft.
Una cerveza fría, por favor!
@ smiling cobra, het is idd iets unieks om te aanschouwen, je moet het toch ééns in je leven gezien hebben.
Een reactie posten