Soms sta je er plotseling van versteld hoe iets is veranderd, stap na stap, en dat is dan ook de reden waarom het niet zo opvalt. Ik heb heb het allemaal weten veranderen en toch merk je het schijnbaar niet, en dan plost alsof ze je gewekt hebben is het daar.
Bij mijn laatste wandeling in de Rupelstreek was het duidelijk, dit was niet meer die streek uit mijn jeugd. Als men in mijn jeugdjaren na zijn schooltijd, dat was meestal vanaf 14 jaar als men niet uit een beter gegoed gezin kwam, ging werken in mijn geboortedorp dan had men 3 opties, de steenbakkerijen, het schoenfabriekje of het sigarenfabriekje en daarmee was de kous af. Met een beetje geluk kon men in de omliggende dorpen verder aan de slag op een draadtrekkerij, een scheepsherstellerij of een nagelmakerij. Als men naar Antwerpen ging werken was dat een bewijs dat men letters gegeten had maar die liepen dun gezaaid.
Als men op de steenbakkerijen ging werken dan was men zeker niet zo goed af, het werk was zwaar, hard en vuil, de dagen waren lang en wanneer men niet in de oven stond dan was men winter en zomer buiten aan het werk, D e streek stond vol met leugges zoals wij hier de droogloodsen noemden, hierin kwamen de stenen liggen drogen onder lange afdaken die aan de zijkanten open waren en deze droogloodsen konden een respectabele lengte hebben. Het stapelen van de handgemaakte stenen hierin was hoofdzakelijk vrouwenwerk of voor de jeugdige werknemers. En dat was het nu net wat me opviel.
Er waren geen leugges meer te zien, ooit zag men niet anders zover het oog reikte, alles weg, Geen droogloodsen meer, geen steenbakkerijen meer, geen schoenfabriek meer, geen sigarenfabriek meer en geen werk meer. Waar de kleiputten zich bevonden zijn nu visvijvers die zich in een natuurgebied bevinden en een viertal clubs hun hengeltje uitwerpen, of een beetje verder heeft men van die grote oppervlakte die daar vrij kwam een industriepark uit de grond gestampt, hoofdzakelijk met bedrijfjes waar dan enkele mensen aan de bak komen.
De nog in dienst zijnde staanfabrieken in de streek kan je op één hand tellen en daarvan is er nog één dat op ambachtelijke wijze werkt, maar ik vrees dat het ook ten onder zal gaan aan de steeds strenger wordende milieunormen.
In mijn geboortedorp is er nog één steenbakkerij maar die is dan ook al lang niet meer in Belgische handen, het schoenfabriek is al jaren geleden over de kop gegaan door de aanstormende aanvoer van mechanisch gemaakte schoenen. Het sigarenfabriek is toen in mijn jeugdjaren al ten grave gedragen en er was weinig volk achter de begrafenisstoet, dat kan ik u wel vertellen. Het ziet er al jaren niet goed meer uit voor de Rupelstreek, het is kameleon geworden.
2 opmerkingen:
De tijd staat niet stil: alles evolueert, veranderingen zijn niet te stuiten, maar of we zodoende beter af zijn, daar heb ik toch geredelijke twijfels over.
@ smiling cobra, ik vrees dat het overal hetzelfde trieste lied is, pompen of verzuipen. Ik heb de indruk dat het overal is van "de zwakken moeten dood".
Een reactie posten